MenuMENU

Voorjaarsconcert 2013 met Mylou Mazali

underline24-05-2013
Voorjaarsconcert 2013 met Mylou Mazali

Vrijdag 24 mei 2013 werd in de Open Hof te Soest het jaarlijkse voorjaarsconcert gegeven door de mannen van Apollo. Het koor stond onder leiding van Hans van Rutten en werd begeleid door Marius van der Kuijl. Als soliste werkte de mezzo-sopraan Mylou Mazali mee en Gabriëlla Quakkelaar verzorgde de presentatie. De recensie:

Liefde, schoonheid en wijsheid, dat zijn de drie rode draden die door het programma van dit voorjaarsconcert lopen. In een bijna uitverkocht huis begint Apollo zoals gebruikelijk met het 'Ecce qoumodo moritur' van Jacob Handle Gallus, ter nagedachtenis aan de hun ontvallen koorleden. Mooi, ingetogen en soms trillend sonoor van klank. Het overbekende 'Morning has broken' van Cat Stevens wordt in een verrassend canon-achtig arrangement goed neergezet. 'Steal away', van Stephen Foster komt in eerste instantie wat moeilijk op gang. Ook pianist Marius van der Kuijl kan hier niet zoveel mee. Dan een Russisch kerklied 'Tebe pojem', waarin Apollo zijn kracht toont. Een sterk arrangement waarin de Russische sfeer uitermate goed getroffen wordt. Daarna is het tijd voor de soliste van de avond, de mezzosopraan Mylou Mazali. Samen met het koor brengt zij een fraai 'Ave Maria', deze keer van Mendelssohn, ten gehore. Deze bijzonder charmante zangeres kan in 'Seguidille' uit Carmen van Bizet vervolgens ook haar acteertalenten botvieren. Temperamentvol en ontdeugend zijn woorden die haar kennelijk op het lijf zijn geschreven. Na een nogal standaard uitgevoerde versie van Mozart's 'Heil sei euch, Geweihten' is het tijd voor het topstuk van de avond. Het prachtige intro van Marius van der Kuijl belooft al veel goeds, maar de samenzang van Mylou Mazali samen met Apollo in 'Casta Diva' uit Norma van Bellini is van een adembenemende schoonheid. Kippenvel. De vergelijking met Callas wordt zelfs gemaakt.

Na een korte, melancholiek aandoende pianosolo, 'Chanson Russe' van Sydney Smith, gaat Apollo op de gospeltour in 'The Gospel train'. De kracht van de negrospirituals is de improvisatie, het in de muziek laten spreken van je gevoel. Als koor is dat moeilijk te verwezenlijken. Het klinkt dan al gauw een beetje statisch. In ieder geval niet meer als een negrospiritual en dat is jammer. Het gedeelte voor de pauze wordt beëindigd met 'The Rhythm of life' uit Sweet Charity. Prachtig pianospel, maar het blijft een beetje een kleurloos nummer uit een overigens ook kleurloze musical.

Na de pauze begint Apollo met twee mooie, plechtige, een beetje volksliedachtig aandoende nummers. 'Domine Salvum Fac' van Giesen en 'Morte Christe' van Emrys Jones. Daarna tijd voor een muzikaal intermezzo, 'Sonatina' van Berkeley. Marius van der Kuijl virtuoos als altijd op piano en dirigent Hans van Rutten, helaas niet altijd even zuiver, op blokfluit. Het bekende 'Battle Hymn of the Republic' krijgt net als 'Morning has broken' een canon-achtig arrangement. Het begintempo wordt wat verlaagd, hetgeen de spanning wel opvoert. Als het lied daarna het bekende marstempo terug heeft, zingt het publiek volmondig het 'Glory, glory, hallelujah' mee. Ook hier weer hulde voor pianist van der Kuijl.

Mylou Mazali brengt vervolgens een voortreffelijk geacteerde solo uit 'Die Fledermaus' van Strauss, gevolgd door een prachtig en ontroerend neergezette versie van 'Die zwölf Räuber' van Imjalof. De symbiose van solist en koor komt als een weldaad over. Dit is Apollo op zijn best! Via het vrolijke Kroatische 'Mala Moja' met veel tralala's en het in 'Jajem moet er zijn' omgedoopte 'Funiculi, Funiculá' van Denza en Turco is het tijd voor de finale. Mylou Mazali betrekt de hele zaal in haar uitvoering van het 'Viljalied' uit Die Lustige Witwe van Franz Léhar. Er wordt een beetje gedold met mensen uit het publiek. Een beetje té cabaretesk wellicht? Het lied en zeker Mazali hebben dit in ieder geval niet nodig.

Na de pauze begint Apollo met twee mooie, plechtige, een beetje volksliedachtig aandoende nummers. 'Domine Salvum Fac' van Giesen en 'Morte Christe' van Emrys Jones. Daarna tijd voor een muzikaal intermezzo, 'Sonatina' van Berkeley. Marius van der Kuijl virtuoos als altijd op piano en dirigent Hans van Rutten, helaas niet altijd even zuiver, op blokfluit. Het bekende 'Battle Hymn of the Republic' krijgt net als 'Morning has broken' een canon-achtig arrangement. Het begintempo wordt wat verlaagd, hetgeen de spanning wel opvoert. Als het lied daarna het bekende marstempo terug heeft, zingt het publiek volmondig het 'Glory, glory, hallelujah' mee. Ook hier weer hulde voor pianist van der Kuijl.

Mylou Mazali brengt vervolgens een voortreffelijk geacteerde solo uit 'Die Fledermaus' van Strauss, gevolgd door een prachtig en ontroerend neergezette versie van 'Die zwölf Räuber' van Imjalof. De symbiose van solist en koor komt als een weldaad over. Dit is Apollo op zijn best! Via het vrolijke Kroatische 'Mala Moja' met veel tralala's en het in 'Jajem moet er zijn' omgedoopte 'Funiculi, Funiculá' van Denza en Turco is het tijd voor de finale. Mylou Mazali betrekt de hele zaal in haar uitvoering van het 'Viljalied' uit Die Lustige Witwe van Franz Léhar. Er wordt een beetje gedold met mensen uit het publiek. Een beetje té cabaretesk wellicht? Het lied en zeker Mazali hebben dit in ieder geval niet nodig.

Na het dankwoord en de toegift is iedereen het erover eens: een mooi concert, goede en afwisselende repertoirekeuze en fantastische solisten.

Ad van Veen.

 


Foto's

Nieuwsoverzicht
Soester Mannenkoor Apollo